De door u geselecteerde code is een zogenaamde complementaire code of spiegelcode.

Voor de beoordeling van een afvalstof uit een complementaire categorie, moet nader worden onderzocht of deze afvalstof een gevaarlijke afvalstof is.

Een afvalstof wordt geclassificeerd als een gevaarlijke afvalstof indien:

  1. De afvalstof infectueus (HP9) is.
    Een afvalstof is infectueus wanneer deze levensvatbare micro-organismen of hun toxinen bevat waarvan bekend is of waarvan sterk wordt vermoed dat zij ziekten bij de mens of bij andere levende organismen veroorzaken. Ook afvalstoffen die besmet zijn met micro-organismen die schadelijk zijn voor planten vallen onder de definitie van infectueus afval. Planten zijn tenslotte ook levende organismen. Denk aan gerooide bomen of struiken met een besmettelijke plantenziekte, of afval uit een plantkundig laboratorium dat ziektekiemen bevat. In de Handreiking Eural worden specifieke voorbeelden gegeven. Omdat er voor snoeiafval dat is besmet met plantenziektes geen complementaire codes zijn wordt dat afval als niet-gevaarlijk ingedeeld. Dit houdt echter niet in dat er geen maatregelen genomen hoeven te worden, maar die volgen niet uit de afvalwetgeving. In dergelijke gevallen moet bijvoorbeeld ook rekening worden gehouden met de eisen die Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit stelt aan de verwerking van dergelijk plantaardig materiaal.

  2. De afvalstof tot een van onderstaande behoort:
    Informatie over de ontvlambaarheid van een stof kan worden gezocht in het veiligheidsblad daarvan. Als deze stof een afvalstof wordt, kan die informatie worden gebruikt om de ontvlambaarheid van de afvalstof te bepalen. Is het niet bekend of de afvalstof deze gevaarlijke eigenschappen heeft, dan kan een test worden uitgevoerd. De testen hiervoor staan in verordening EG\440\2008.

  3. De concentratie van een of meer van de hieronder genoemde persistente organische verontreinigende stoffen gelijk aan of hoger is dan de aangegeven grenswaarde.
    Persistente organische verontreinigende stoffen (POP's) zijn organische stoffen die lang in het milieu aanwezig blijven, zich ophopen in levende organismen en een risico vormen voor onze gezondheid en het milieu. Dergelijke stoffen worden door de lucht, door het water of door migrerende soorten over landgrenzen heen vervoerd en komen daarom ook terecht op plekken waar zij nooit zijn geproduceerd of gebruikt. Met het Verdrag van Stockholm hebben verschillende landen afspraken gemaakt die zijn gericht op de bescherming van mens en milieu door het beperken van de productie en het gebruik van POP's en op de milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering van afval dat uit zulke stoffen bestaat of ermee verontreinigd is.

    Grenswaarden zoals vermeld in POP-verordening
    StofGrenswaarde*StofGrenswaarde(*)
    Polychloordibenzo‑p‑dioxinen en polychloordibenzofuranen (pcdd’s en pcdf’s)15 µg/kgChloordecon 50 mg/kg
    DDT (1,1,1‑trichloor‑2,2‑bis(4‑chloorfenyl)ethaan)50 mg/kgAldrin 50 mg/kg
    Chloordaan50 mg/kgPentachloorbenzeen 50 mg/kg
    Hexachloorcyclohexanen (inclusief lindaan)50 mg/kgMirex 50 mg/kg
    Dieldrin50 mg/kgToxafeen50 mg/kg
    Endrin50 mg/kgHexabroombifenyl50 mg/kg
    Heptachloor50 mg/kgPCB50 mg/kg(**)
    Hexachloorbenzeen50 mg/kg
    (*)De grenswaarden hierboven zijn die zoals bepaald in de in 2019 doorgevoerde wijziging van bijlage IV van de POP-verordening. Om te zien of de genoemde grenswaarden zijn gewijzigd is het verstandig om dit regelmatig te controleren.
    (**)Waar van toepassing moet de berekeningsmethode van Europesen normen EN 12766-1 en 12766-2 worden gebruikt:
    • Willekeurige afvalstoffen zijn PCB-houdend en worden als gevaarlijke afvalstoffen aangemerkt indien het resultaat van 5 maal het totaal gehalte van de 6 congeneren PCB-28, PCB-52, PCB-101, PCB-138, PCB-153 en PCB-180 gelijk aan of hoger is dan de grenswaarde van 50 mg/kg (0,005 %);
    • Afvalstoffen waarbij PCB expliciet in de omschrijving van de euralcode wordt genoemd zijn PCB houdend en worden als gevaarlijke afvalstoffen aangemerkt indien het gehalte van een of meer van de 7 congeneren PCB-28, PCB-52, PCB-101, PCB-118, PCB-138, PCB-153 en PCB-180 gelijk aan of hoger is dan 0,5 mg/kg (0,00005 %). Deze norm is gebaseerd op basis van het Nederlandse beleid en regelgeving voor PCB's en is strenger dan de Europese norm.


  4. De afvalstof een of meer van de overige in bijlage III bij de Kaderrichtlijn afvalstoffen 2008/98/EC genoemde gevaarlijke eigenschappen bezit.
    De kaderrichtlijn is een Europese richtlijn ter bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid door het belang van goed afvalbeheer te benadrukken en technieken voor nuttige toepassing en recycling om de druk op hulpbronnen te verminderen en hun gebruik te verbeteren. Zo wordt een afvalhiërarchie vastgesteld en is bepaald dat een afvalstof als een gevaarlijke afvalstof moet worden gezien zodra deze een of meer van onderstaande gevaarlijke eigenschappen bezit

    Gevaarlijke eigenschappen zoals genoemd in blijage III Kaderrichtlijn afvalstoffen
    HP1 = ExplosiefHP9 = Infectueus
    HP2 = OxiderendHP10 = Vergiftig voor de voortplanting
    HP3 = OntvlambaarHP11 = Mutageen
    HP4 = IrriterendHP12 = Vorming van toxische gassen bij contact met water of lucht
    HP5 = STOT (specific target organ toxicity, specifieke doelorgaantoxiciteit) / AspiratieHP13 = Sensibiliserend
    HP6 = VergiftigHP14 = Ecotoxisch
    HP7 = KankerverwekkendHP15 = Vorming van schadelijke stoffen die niet in het oorspronkelijk materiaal aanwezig waren
    HP8 = Corrosief


Beoordeling door te testen of door te toetsen

GEVAARLIJKE FYSISCHE / CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN: HP1, HP2, HP3, HP12 en HP15
Indien de aanwezigheid van een stof, mengsel of voorwerp aangeeft dat de afvalstof een van de gevaarlijke eigenschappen "Ontplofbaar", "Oxiderend" of "Ontvlambaar" bezit wordt deze ingedeeld als een gevaarlijke afvalstof. Voor zover zulks passend en evenredig is, kunnen testen worden uitgevoerd. De uitvoeringsmethoden voor de testen zijn genoemd in deel 0 van de bijlage bij REACH verordening (EG) nr. 440/2008. Daarbij wordt ook verwezen naar andere Europese verordeningen zoals de CLP-verordening 1272/2008.

Testmethoden voor fysische / chemische eigenschappen
HP (EU)H-zin Gevaaraanduiding
begeleidende tekst
Testmethode voorgeschreven in Beschrijving van methode
HP1 H200 Instabiele ontplofbare stof
"Instabiele ontplofbare stof"
sectie 2.1.2.1 van bijlage 1, deel 2 bij 1272/2008UN RTDG - manual
tests and criteria
HP1 H201 Ontplofbare stoffen, subklasse 1.1
"Ontplofbare stof: gevaar voor massa-explosie"
sectie 2.1.2.3 van bijlage 1, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
HP1 H202 Ontplofbare stoffen, subklasse 1.2
"Ontplofbare stof, ernstig gevaar voor scherfwerking"
sectie 2.1.2.3 van bijlage 1, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
HP1 H203 Ontplofbare stoffen, subklasse 1.3
"Ontplofbare stof; gevaar voor brand, luchtdrukwerking of scherfwerking"
sectie 2.1.2.3 van bijlage 1, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
HP1 H204 Ontplofbare stoffen, subklasse 1.4
"Gevaar voor brand of scherfwerking"
sectie 2.1.2.3 van bijlage 1, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
HP1 H240 Zelfontledende stoffen en mengsels, type A
"Ontploffingsgevaar bij verwarming"
sectie 2.8.2.1 van bijlage 1, deel 2 bij 1272/2008UN RTDG - manual
tests and criteria
Organische peroxiden, type A
"Ontploffingsgevaar bij verwarming"
sectie 2.15.2.1 van bijlage 1, deel 2 bij 1272/2008UN RTDG - manual
tests and criteria
HP1H241Zelfontledende stoffen en mengsels, type B
"Brand- of ontploffingsgevaar bij verwarming"
sectie 2.8.2.1 van bijlage 1, deel 2 bij 1272/2008UN RTDG - manual
tests and criteria
Organische peroxiden, type B
"Brand- of ontploffingsgevaar bij verwarming"
sectie 2.15.2.1 van bijlage 1, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
HP2 H270 Oxiderende gassen, gevarencategorie 1
"Kan brand veroorzaken of bevorderen; oxiderend"
sectie 2.4.4 van bijlage 1, deel 2 bij 1272/2008 ISO - 10156
HP2 H271 Oxiderende vloeistoffen, gevarencategorie 1
"Kan brand of ontploffingen veroorzaken; sterk oxiderend"
sectie 2.13.2.1 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
Oxiderende vaste stoffen, gevarencategorie 1
"Kan brand of ontploffingen veroorzaken; sterk oxiderend"
sectie 2.14.2.1 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
HP2 H272 Oxiderende vloeistoffen, gevarencategorie 2 en 3
"Kan brand bevorderen; oxiderend"
sectie 2.13.2.1 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
Oxiderende vaste stoffen, gevarencategorie 2 en 3
"Kan brand bevorderen; oxiderend"
sectie 2.14.2.1 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
HP3 H220 Ontvlambare gassen, gevarencategorie 1
"zeer licht ontvlambaar gas"
sectie 2.2.4.1 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
HP3 H221 Ontvlambare gassen, gevarencategorie 2
"ontvlambaar gas"
sectie 2.2.4.1 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
HP3 H222 Aerosolen, gevarencategorie 1
"zeer licht ontvlambaar aerosol"
sectie 2.3.2.1 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008UN RTDG - manual
tests and criteria
HP3 H223 Aerosolen, gevarencategorie 2
"ontvlambaar aerosol"
sectie 2.3.2.1 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
HP3 H224 Ontvlambare vloeistoffen, gevarencategorie 1
"Zeer licht ontvlambare vloeistof en damp"
sectie 2.6.2.1 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008ISO en andere
HP3 H225 Ontvlambare vloeistoffen, gevarencategorie 2
"Licht ontvlambare vloeistof en damp"
sectie 2.6.2.1 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008 ISO en andere
HP3 H226 Ontvlambare vloeistoffen, gevarencategorie 3
"Ontvlambare vloeistof en damp"
sectie 2.6.2.1 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008 ISO en andere
HP3 H228 Ontvlambare vaste stoffen, gevarencategorie 1 en 2
"Ontvlambare vaste stof"
sectie 2.7.2.3 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
HP3 H242 Zelfontledende stoffen en mengsels, type C, D, E en F
"Brandgevaar bij verwarming"
sectie 2.8.2.1 van bijlage 1, deel 2 bij 1272/2008UN RTDG - manual
tests and criteria
Organische peroxiden, type C, D, E en F
"Brandgevaar bij verwarming"
sectie 2.15.2.1 van bijlage 1, deel 2 bij 1272/2008UN RTDG - manual
tests and criteria
HP3 H250 Pyrofore vloeistoffen, gevarencategorie 1
"Vat spontaan vlam bij blootstelling aan lucht"
sectie 2.9.2.1 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008UN RTDG - manual
tests and criteria
Pyrofore vaste stoffen, gevarencategorie 1
"Vat spontaan vlam bij blootstelling aan lucht"
sectie 2.10.2.1 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008UN RTDG - manual
tests and criteria
HP3 H251 Voor zelfverhitting vatbare stoffen en mengsels, gevarencategorie 1
"Vatbaar voor zelfverhitting: kan vlam vatten"
sectie 2.11.2.2 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
HP3 H252 Voor zelfverhitting vatbare stoffen en mengsels, gevarencategorie 2
"In grote hoeveelheden vatbaar voor zelfverhitting: kan vlam vatten"
sectie 2.11.2.2 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
HP3 H260 Stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen, gevarencategorie 1
"In contact met water komen ontvlambare gassen vrij die spontaan kunnen ontbranden"
sectie 2.12.2.1 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008UN RTDG - manual
tests and criteria
HP3 H261 Stoffen en mengsels die in contact met water ontvlambare gassen ontwikkelen, gevarencategorie 2 en 3
"In contact met water komen ontvlambare gassen vrij"
sectie 2.12.2.1 van bijlage I, deel 2 bij 1272/2008 UN RTDG - manual
tests and criteria
HP12 EUH029 Vormt giftig gas in contact met water Afvalstoffen met een of meer van deze gevaaraanduidingen worden sowieso ingedeeld als gevaarlijke wegens HP12.
Voor de beoordeling van deze eigenschap bestaat geen passende test.
niet van
toepassing
EUH031 Vormt giftig gas in contact met zuren
EUH032 Vormt zeer giftig gas in contact met zuren
HP15 EUH001 In droge toestand ontplofbaar. Testen is niet van toepassing.
Afvalstoffen met een of meer van deze gevaaraanduidingen worden sowieso ingedeeld als gevaarlijk wegens HP15, tenzij de afvalstof een zodanige vorm heeft dat zij in geen enkele omstandgheid explosieve of potentieeel explosieve eigenschappen vertoont.
niet van
toepssing
EUH019 Kan ontplofbare peroxide vormen
EUH044 Ontploffingsgevaar bij verwarming in afgesloten toestand
H205 Ontplofbare stoffen, subklasse 1.5
"Gevaar voor massa-explosie bij brand"


TOXICOLOGISCHE EN ECOTOXICOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN: HP4, HP5, HP6, HP7, HP8, HP10, HP11, HP13, HP14
Bij de beoordeling van de (eco)toxicologische gevaren van een afvalstof moet rekening worden gehouden met de grenswaarden die zijn gesteld in bijlage III van de Kaderrichtlijn afval. Afhankelijk van de concentraties van de in de afvalstof aanwezige gevaarlijke stoffen moeten bepaalde gevaarlijke eigenschappen aan de afvalstof worden toegekend.
Voor een juiste beoordeling van deze gevaareigenschappen moet de exacte samenstelling van de afvalstof, tot op “stof”niveau, beschikbaar zijn. Het begrip “stof” moet hierbij gelezen worden als de verschijningsvorm waarin zij voorkomen op de C&L inventaris van ECHA die de indelings- en etiketteringsinformatie van door fabrikanten en importeurs geregistreerde stoffen. Dit betekent dat informatie verzameld moet worden over welke chemische stoffen daadwerkelijk in de afvalstof aanwezig zijn.
Dit kan op basis van procesgegevens, veiligheidsinformatiebladen / msds van de in het productieproces gebruikte stoffen en/of op basis van chemische analyserapporten. Als het niet mogelijk is om de verschijningsvorm van een stof te achterhalen (bijvoorbeeld omdat er enkel elementanalyses van metalen beschikbaar zijn) moet men uitgaan van het slechtste of ‘worst-case’ scenario waarbij de meest toxische chemische verbinding van het metaal in de berekening wordt betrokken.

Gevaaraanduidingen, gevaareigenschappen en grenswaarden:

Onderstaande tabel laat gevaaraanduidingen zien met de daarbij behorende gevaareigenschap alsmede de van toepassing zijnde ondergrenzen en concentratiegrenswaarden. Betekenis van de termen:
ondergrens: concentratie waaronder een gevaaraanduiding van de betreffende chemische stof niet in de berekening wordt betrokken.
limiet: concentratie waarbij of waarboven een gevaareigenschap van toepassing is.
indeling als: voorwaarde die geldt voor toepassing van de rekenregel
solo = concentratie per individuele chemische stof met de betreffende gevaaraanduiding;
som = totale concentratie van de chemische stoffen met de betreffende gevaaraanduiding. Bij het berekenen van de totale concentratie worden slechts de concentraties die hoger zijn dan de eventueel van toepassing zijnde ondergrens meegeteld

Beoordelingsschema

Ondergrenzen en concentratiegrenswaarden voor beoordeling van toxicologische en ecotoxicologische eigenschappen
HP H-zin Gevaaraanduiding ondergrens
[%]
limiet
[%]
indeling als
HP4 H314 (cat 1a) Huidcorrosie/-irritatie, gevarencategorie 1A
"Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsels"
1 1 som ≥ 1 %
HP4 H315 Huidcorrosie/-irritatie, gevarencategorie 2
"Veroorzaakt huidirritatie"
1 20 som ≥ 20 %
HP4 H318 Ernstig oogletsel/oogirritatie, gevarencategorie 1
"Veroorzaakt ernstig oogletsel"
1 10 som ≥ 10 %
HP4 H319 Ernstig oogletsel/oogirritatie, gevarencategorie 2
"Veroorzaakt ernstige oogirritatie"
1 20 som ≥ 20 %
HP5 H304 Aspiratiegevaar, gevarencategorie 1
"Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt"
10 som ≥ 10 %
HP5 H335 Specifieke doelorgaantoxiciteit bij eenmalige blootstelling, gevarencategorie 3, irritatie van de luchtwegen
"Kan irritatie van de luchtwegen veroorzaken"
20 solo ≥ 20 %
HP5 H370 Specifieke doelorgaantoxiciteit bij eenmalige blootstelling, gevarencategorie 1
"Veroorzaakt schade aan organen"
1 solo ≥ 1 %
HP5 H371 Specifieke doelorgaantoxiciteit bij eenmalige blootstelling, gevarencategorie 2
"Kan schade aan organen veroorzaken"
10 solo ≥ 10 %
HP5 H372 Specifieke doelorgaantoxiciteit bij herhaalde blootstelling, gevarencategorie 1,
"Veroorzaakt schade aan organen"
1 solo ≥ 1 %
HP5 H373 Specifieke doelorgaantoxiciteit bij herhaalde blootstelling, gevarencategorie 2,
"Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling"
10 solo ≥ 10 %
HP6 H300 (cat 1) Acute orale toxiciteit, gevarencategorie 1
"Dodelijk bij inslikken"
0,1 0,1 som ≥ 0,1 %
HP6 H300 (cat 2) Acute orale toxiciteit, gevarencategorie 2
"Dodelijk bij inslikken"
0,1 0,25 som ≥ 0,25 %
HP6 H301 Acute orale toxiciteit, gevarencategorie 3
"Giftig bij inslikken"
0,1 5 som ≥ 5 %
HP6 H302 Acute orale toxiciteit, gevarencategorie 4
"Schadelijk bij inslikken"
1 25 som ≥ 25 %
HP6 H310 (cat 1) Acute dermale toxiciteit, gevarencategorie 1
"Dodelijk bij contact met de huid"
0,1 0,25 som ≥ 0,25 %
HP6 H310 (cat 2) Acute dermale toxiciteit, gevarencategorie 2
"Dodelijk bij contact met de huid"
0,1 2,5 som ≥ 2,5 %
HP6 H311 Acute dermale toxiciteit, gevarencategorie 3
"Giftig bij contact met de huid"
0,1 15 som ≥ 15 %
HP6 H312 Acute dermale toxiciteit, gevarencategorie 4
"Schadelijk bij contact met de huid"
1 55 som ≥ 55 %
HP6 H330 (cat 1) Acute toxiciteit bij inademing, gevarencategorie 1
"Dodelijk bij inademing"
0,1 0,1 som ≥ 0,1 %
HP6 H330 (cat 2) Acute toxiciteit bij inademing, gevarencategorie 2
"Dodelijk bij inademing"
0,1 0,5 som ≥ 0,5 %
HP6 H331 Acute toxiciteit bij inademing, gevarencategorie 3
"Giftig bij inademing"
0,1 3,5 som ≥ 3,5 %
HP6 H332 Acute toxiciteit bij inademing, gevarencategorie 4
"Schadelijk bij inademing"
1 22,5 som ≥ 22,5 %
HP7 H350 Kankerverwekkendheid, gevarencategorie 1A en 1B
"Kan kanker veroorzaken"
0,1 solo ≥ 0,1 %
HP7 H351 Kankerverwekkendheid, gevarencategorie 2
"Verdacht van het veroorzaken van kanker"
1 solo ≥ 1 %
HP8 H314 Huidcorrosie/-irritatie, gevarencategorie 1A, 1B en 1C
"Veroorzaakt ernstige brandwonden en oogletsels"
1 5 som ≥ 5%
HP9 INFECTUEUS zodra genoemd
HP10 H360 Voortplantingstoxiciteit, gevarencategorie 1A en 1B
"Kan de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden"
0,3 solo ≥ 0,3 %
HP10 H361 Voortplantingstoxiciteit, gevarencategorie 2
"Kan mogelijk de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden"
3 solo ≥ 3 %
HP11 H340 Mutageniteit in geslachtscellen, gevarencategorie 1A en 1B
"Kan genetische schade veroorzaken"
0,1 solo ≥ 0,1 %
HP11 H341 Mutageniteit in geslachtscellen, gevarencategorie 2
"Verdacht van het veroorzaken van genetische schade"
1 solo ≥ 1 %
HP13 H317 Huidsensibilisatie, gevarencategorie 1
"Kan een allergische huidreactie veroorzaken"
10 solo ≥ 10 %
HP13 H334 Sensibilisatie van de luchtwegen, gevarencategorie 1
"Kan bij inademing allergie- of astmasymptomen of ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken"
10 solo ≥ 10 %
HP14 H400 Acuut gevaar voor het aquatisch milieu, gevarencategorie 1
"Zeer giftig voor in het water levende organismen"
0,1 25 som ≥ 25 %
HP14 H410 en/of Chronisch gevaar voor het aquatisch milieu, gevarencategorie 1
"Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen"
0,125som ((100 x som H410) plus (10 x som H411) plus (som H412)) ≥ 25 %(***)
H411 en/ofChronisch gevaar voor het aquatisch milieu, gevarencategorie 2
"Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen"
1
H412Chronisch gevaar voor het aquatisch milieu, gevarencategorie 3
"Schadelijk voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen"
1
HP14 H410 en/ofChronisch gevaar voor het aquatisch milieu, gevarencategorie 1
"Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen"
0,125som ((som H410) plus (som H411) plus (som H412) plus (som H413)) ≥ 25 %(***)
H411 en/ofChronisch gevaar voor het aquatisch milieu, gevarencategorie 2
"Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen"
1
H412 en/ofChronisch gevaar voor het aquatisch milieu, gevarencategorie 3
"Schadelijk voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen"
1
H413Chronisch gevaar voor het aquatisch milieu, gevarencategorie 4
"Kan langdurige schadelijk gevolgen voor in het water levende organismen hebben"
1
HP14 H420 Ozonafbrekend 0,1 solo ≥ 0,1 %
(***)Wanneer aan een van de beide regels is voldaan, dan moet de gevaareigenschap HP14 worden toegekend.

De gevaaraanduidingen voor individuele stoffen dien je bij voorkeur over te nemen uit de C&L-inventory. Via de site van het European CHemicals Agency is het mogelijk om in deze databank te zoeken op basis van de naam van de stof, op CAS nummer of op een andere identificatie. Je krijgt dan voor stoffen waarvan de classificatie geharmoniseerd is een overzicht van de H / EUH-zinnen waarmee men moet rekening houden bij de afweging van de gevaareigenschappen van de afvalstof.


Zie de website van echa.europe.eu

Gebruik deze geharmoniseerde classificatiegegevens voor de chemische stoffen die in de afvalstof aanwezig zijn. Alhoewel deze databank regelmatig wordt geactualiseerd kan het gebeuren dat de meest recente aanpassingen van bijlage VI nog niet opgenomen zijn in de C&L inventory. Wanneer er nog geen geharmoniseerde classificatiegegevens beschikbaar zijn voor de geselecteerde stof, vind je een lijst van de voorstellen die de registranten gemaakt hebben op basis van hun bevindingen (notified classification). Soms komen in deze lijst meerdere voorstellen voor mogelijke indelingen voor bij dezelfde stof: kies in dat geval voor de indeling waarvoor het aantal registranten het hoogst is. Wanneer je een stof niet terugvindt in deze databank, en je niet beschikt over een veiligheidsinformatieblad of msds van de stof, kun je voor de beoordeling wellicht gebruik maken van een aanverwante stof.